Persbericht

Levens worden omgegooid, maar geest blijft standvastig tijdens wederopbouw

Fernanda Palomino weet heel goed dat een natuurramp een leven volledig kan omgooien. Op 15 augustus 2007 werd haar gemeenschap en verscheidene andere in het westen van Peru door een aardbeving van 8,0 op de schaal van Richter getroffen. Honderden mensen kwamen om het leven en duizenden anderen — waaronder zuster Palomino — raakten hun huis kwijt. Zuster Palomino was uiteraard bedroefd dat zoveel mensen door de aardbeving waren omgekomen. En ze was verdrietig toen ze zag dat haar eigen huis grotendeels was ingestort. Maar haar humeur bleef onaangetast. Enkele dagen na de naschokken stond zuster Palomino met andere ZHV-zusters klaar bij de ruïnes van haar huis om soep te koken voor hongerige buren die een warme, vertroostende maaltijd nodig hadden. Deze ZHV-zusters waren dan wel hun huis kwijtgeraakt in de aardbeving in 2007, maar ze hielpen graag mee in de gemeenschappelijke keuken. Alle voorbijgangers begroette ze met een grote glimlach. Nu, ruim twee jaar later, straalt die glimlach nog steeds als ze bezoekers in haar nieuwe woning begroet. Haar huis maakt deel uit van een grootschalig bouwproject in het westen van Peru, dat door de kerk financieel werd gesteund en waardoor duizenden leden die door de aardbeving dakloos waren geworden, nu in duurzame, aardbevingsbestendige huizen wonen. Er zijn 349 huizen gebouwd met materiaal en onder toezicht van de kerk. Huiseigenaren zoals zuster Palomino en andere leden en kennissen hebben de arbeid verricht. ‘Het project was geweldig’, zegt Jeronimo Gutierrez als hij bezoekers wijst op de versterkte muren en de fundering van het huis waarin hij met zijn vrouw, Carmen, en hun twee zoons woont. Hun huis is klein, maar stevig. Het is zeker geen villa, maar de constructie biedt het gezin onderdak en onschatbare gemoedsrust. Broeder en zuster Gutierrez en hun zoons hebben al verscheidene gezinsavonden gehouden waar ze gesproken hebben over dankbaarheid, dienstbetoon, hoop en andere evangeliebeginselen die evenals het beton, de stenen en het staal deel uitmaken van hun thuis. Elk nieuwe huis is gebouwd op een versterkte fundering en bevat balken, pijlers en daken die met staal zijn versterkt. Het bouwproject begon zo’n twee jaar geleden toen senior-zendelingen met ervaring in bouwkunde en financiën geroepen werden om toezicht te houden op de bouwprojecten. Geassisteerd door plaatselijke deskundigen zorgden ze ervoor dat de nieuwe huizen voldeden aan de strikste bouwverordeningen om ze zo veel mogelijk aardbevingbestendig te maken. Naast de blauwdrukken, het bouwmateriaal en het professionele toezicht, ‘was het een geestelijk project’, zegt Rolando Ramirez de Castilla, een ingenieur van de kerk. ‘We bouwden niet alleen huizen — we bouwden ook heiligen der laatste dagen’, aldus Alan Layton, een van de senior-zendelingen die bij het bouwproject betrokken was, en nu president is van de Oquirrh Mountaintempel in Utah. Broeder Jeronimo Gutierrez uit Pisco staat buiten zijn nieuwe woning met zijn zoons Melvin (10) en Lennin (13). Volgens broeder Gutierrez heeft het bouwproject zijn gezin dankbaarder en behulpzamer gemaakt. Het bouwproject in Peru was aanvankelijk opgezet als een priesterschapsproject, onder leiding van ouderling Marcus B. Nash, een zeventiger en president van het gebied Zuid-Amerika-West. Het project had tot doel om huizen te herbouwen en gekwetste geesten op te richten. Er lagen vier leidende beginselen aan het project ten grondslag: integriteit, dankbaarheid, hard werk en dienstbetoon. Bisschoppen, gemeentepresidenten en andere plaatselijke priesterschapsleiders besloten welke gezinnen in aanmerking kwamen voor het project. Om in aanmerking te komen moest een gezin een eigen stuk land hebben waarop ze hun huis waren verloren, noch mochten ze in ‘rode zones’ wonen — de geografische gebieden waar veel aardbevingen voorkomen. De begunstigden noemen hun nieuwe huis een ‘dagelijkse zegen’. ‘Ik ben zo dankbaar dat in zo’n huis mag wonen — ik heb geleerd om op de Heer te vertrouwen’, zegt Wenceslao Conde uit Chincha. Het project is volgens president Layton mogelijk gemaakt door de vrijgevige bijdragen van leden over de hele wereld. Door dergelijke bijdragen ‘hebben 350 gezinnen nu een veilige woning’. De gemoedsgesteldheid van broeder Conde werd op 15 augustus 2007 zwaar op de proef gesteld. Vlak voor de aardbeving rouwde hij om de dood van zijn moeder. Toen hij en zijn gezin van de uitvaartdienst op weg naar huis waren, begon de grond hevig te schudden. ‘Toen we thuis kwamen, zagen we dat alle muren waren ingestort. We waren zo bang’, zei hij. De aardbeving eiste veel levens in zijn buurt. Een vrouw en haar jonge dochter die naast de familie Conde woonden, waren allebei om het leven gekomen. Ondanks de paniek en het leed dacht broeder Conde aan de leden die hij als president van de gemeente Balconcito in Chincha diende. Anderhalve maand lang begeleidde hij de leden die evenals zijn gezin in een tent buiten het plaatselijke ringgebouw bivakkeerden. Broeder Conde vond kracht in het geloof van zijn vrouw, Pamela, en zijn twee jonge kinderen, Melany en Parley. Tijdens de algemene aprilconferentie in 2009 sprak ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen over de evangeliekracht van de familie Conde: ‘Vier dagen na de aardbeving was [ouderling Nash] in Chincha om te helpen met het coördineren van de hulpacties van de kerk. Hij sprak met president Conde. Terwijl ze spraken over de vernietiging die er had plaatsgevonden en wat er werd gedaan om de slachtoffers te helpen, kwam Pamela, de vrouw van president Conde, eraan met een van hun kleine kinderen op de arm. Ouderling Nash vroeg zuster Conde hoe het met de kinderen ging. Met een glimlach antwoordde ze dat ze dankzij de goedgunstigheid van God veilig en wel waren. Hij vroeg naar het huis van de familie Conde. ‘Dat is er niet meer’, zei ze gewoon. ‘En uw bezittingen dan?’ vroeg hij. ‘Alles ligt onder het puin van ons huis’, antwoordde zuster Conde. ‘En toch glimlacht u als u praat’, merkte ouderling Nash op. ‘Ja,’ zei ze, ‘ik heb gebeden en ben nu rustig. We hebben alles wat we nodig hebben. We hebben elkaar, we hebben onze kinderen, we zijn aan elkaar verzegeld in de tempel, we hebben deze fantastische kerk, en we hebben de Heer. Met de hulp van de Heer kunnen we ons huis herbouwen.’ Het geloof van zuster Conde is beloond. Ze hebben hun huis herbouwd. Het gezin woont nu in een bescheiden woning als onderdeel van het bouwprogramma van de kerk in Peru. De herbouw in het westen van Peru is niet beperkt gebleven tot kerkleden die hun huis waren kwijtgeraakt. Bij de ingang van de San Miguel School in Pisco hangt een bord. Op het bord wordt de kerk bedankt voor de herbouw van de school die door de aardbeving bijna volledig was verwoest. Nu krijgen de kinderen in het gebied onderwijs in een stevige school, met twee vleugels, die door de kerk is gebouwd. ‘De leerlingen zijn trots om San Miguel hun school te noemen’, zegt het hoofd van de school, Juan Francisco Murguia, voordat hij zijn dank uitspreekt over de kerk en haar leden. De muren van het nieuwe huis van Rosa Maurtua in Pisco zijn in heldere, feestelijke kleuren geverfd. Dat was een toepasselijke beslissing. Zuster Maurtua bestudeert iedere dag de stevige muren en het dak, en schept genoegen in de goedheid die ze heeft gezien sinds die historische aardbeving haar huis vernietigde. ‘Het is geweldig’, zegt ze. ‘Ik weet dat de Heer ons liefheeft en ons niet in de steek laat. Ik had nooit gedacht dat ik zo gezegend zou worden.’

Stijlgidsnotitie:Als u De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in een artikel noemt, gebruik dan bij de eerste vermelding alstublieft de volledig naam van de kerk. Voor meer informatie over het gebruik van de naam van de kerk, zie onze onlineStijlgids.