Persbericht

Ouderling Dale G. Renlund 

Verwijzend naar zijn rijke Scandinavische erfgoed, benadrukt ouderling Dale G. Renlund: ‘De Zweedse en Finse mentaliteit maakt deel uit van wie ik ben — een groot deel van mij is Zweeds en Fins’, zegt hij.

‘Ik ben enorm trots op dat erfgoed, ik ben blij dat ik het heb’, overpeinst de nieuwste apostel in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (mormonen), die neven en nichten heeft die in Finland en Zweden wonen.

Ouderling Renlund bewondert de Zweedse ‘natuurlijke neiging naar vriendelijkheid, naar goedheid, hun bereidheid te willen delen. Dit zijn karaktereigenschappen die ik gewoon fascinerend vind.’ 

In de Finnen, respecteert hij hun vastberadenheid en ‘durf’ (in het Fins ‘sisu’) het meeste.  ‘Ik hou van dat volk – als een Fin een besluit genomen heeft, zal hij alles doen wat hij kan, en, wanneer hij alles heeft gegeven, zal hij nog meer geven’, voegt ouderling Renlund toe.

‘Mijn moedertaal is Zweeds en wij spraken thuis Zweeds tot mijn ouders inzagen dat wij uiteindelijk naar school zouden moeten.  Daarna maakten mijn ouders een bewuste inspanning om thuis Engels te spreken om zo hun kinderen te helpen.’

Ouderling Renlund zegt al lachend dat het een ‘win-win’-situatie was als Zweden tegen Finland uitkwam, wanneer er vroeger bij hen thuis naar Olympische wintersporten werd gekeken: ‘Wij juichten altijd voor Finland of Zweden, en als Finland en Zweden tegen elkaar uitkwamen in een Olympische sport, zoals ijshockey, wisten we dat wij niet konden verliezen!’

Europese vluchtelingen de hand reiken — toen en nu

Dat hij afstamt van Scandinavische immigranten heeft een blijvende indruk bij ouderling Renlund achtergelaten.  Zijn vroege familie-ervaringen hebben nog steeds grote betekenis voor hem en resoneren met de huidige Europese gebeurtenissen — een miljoen vluchtelingen en migranten zijn het voorbije jaar Europa binnengekomen.   

De vader van ouderling Renlund, Mats Åke Renlund, is geboren in Finland.  Hij kwam tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog in Zweden aan, waar hij gedurende 1944 in een vluchtelingenkamp zat. Hij nam de Zweedse nationaliteit aan en emigreerde vervolgens naar de Verenigde Staten om daar in een mormoonse tempel met zijn verloofde, Ragnhild Mariana Andersson, te kunnen trouwen.

‘Met de vluchtelingen in Europa in gedachten en wat er allemaal gebeurt, en als je dan bedenkt wat mijn vader eind 1944 als vluchteling heeft beleefd — dan kan dat vanuit zijn perspectief interessant zijn, vanuit een Europees perspectief, omdat hij dat ook heeft meegemaakt.

Mijn vader herinnerde zich tot aan zijn dood, vol dankbaarheid, de vriendelijke mensen van Zweden, die hem als een vluchteling opvingen.  Het inspireerde hem om hetzelfde te doen — vriendelijk te zijn voor anderen, dat was kenmerkend voor hem.  Als u bedenkt waar ZHV voor staat — in het Zweeds is het “Hjälpföreningen”, een hulpvereniging dus, zij is er om hulp te verlenen, te helpen.  En dus zijn er zaken die wij als kerk, individueel en ook als collectief, kunnen doen om proberen hierbij hulp te verlenen.  En het begint met inzien dat al deze vluchtelingen onze broeders en zusters zijn.’

Moeilijkheden doorstaan door het evangelie, de familie, de kerk

Als kinderen van Zweedse immigranten, kenden ouderling Renlund en zijn broers en zussen veel moeilijkheden.  ‘Het was moeilijk, wij wisten dat wij anders waren, wij wisten dan onze ouders immigranten waren.  En wij wisten dat wij opvielen, maar wij waren er trots op dat wij anders waren.  Wij waren trots dat wij dit Finse en Zweedse erfgoed hadden’, zegt ouderling Renlund.

Hechte, liefdevolle gezinsbanden, een eigen identiteit en samenhorigheid in het evangelie gaven de nodige kracht.  Dat gold nog meer toen de familie Renlund terug naar Scandinavië verhuisde als Mats Renlund in de vroege jaren zestig op een bouwzending wordt geroepen.  Het gezin verhuisde eerst naar Helsinki waar Mats aan de Haaga-kapel werkte en daarna naar Zweden. 

‘Wij stonden er, gezien de omstandigheden, niet zo goed voor en ik herinner mij dat wij eens met mijn vader naar Trollhättan [Zweden] gingen. Daar waren enkele zendelingen, het was op het einde van de maand, die zonder geld zaten, zij hadden geen geld voor eten.  En mijn moeder gaf hun tien kronen en ik herinner mij dat mijn zuster en ik tegen mijn moeder zeiden: “Hoe kunt u dat nu doen? U weet dat wij niet genoeg voor onszelf hebben.”  Mijn moeder zei: “Als je iets aan zendelingen geeft, komt het altijd vijfvoudig terug.”  Aan de andere kant van het gebouw had een lid gezien dat mijn schoenen versleten waren en had mijn vader vijftig kronen gegeven.  En tijdens de rit naar huis bespraken wij dat en het was mij als dertienjarige duidelijk dat het waar was.’

Als ouderling Renlund 19 is, gaat hij op voltijdzending naar Zweden, waar hij opnieuw in de Zweedse cultuur wordt ondergedompeld.

‘Ik herinner mij dat ik als jongeman op mijn zending, mensen zag die over de herstelling van het evangelie hoorden en die een getuigenis van de Heiland kregen, hun getuigenis versterkten en bereid waren om verbonden te sluiten.  De verzoening van Christus die werkelijkheid in hun leven werd. Van alles wat ik in de kerk heb meegemaakt, is dat mijn liefste herinnering.’

Groei in Zweden en ons persoonlijke leven

Ouderling Renlund zegt dat het aangenaam is om de kerk in Zweden door de jaren heen te hebben zien groeien, met een tempel in Stockholm en 9.500 leden.  ‘Dit te zien gebeuren en sterke families te zien, die meerdere generaties overspannen, is gewoonweg opwindend. Bovendien zijn de toegewijde leden hier gewoonweg geweldig.’

Over de groeiende secularisatie merkt ouderling Renlund op: ‘Wat een gezin in een seculiere samenleving moet doen, is begrijpen wat het evangelie echt toevoegt.  Het evangelie voegt vreugde en begrip toe. Als wij die vreugde en dat begrip in gedachten houden, helpen die ons door de seculiere samenleving te navigeren; een licht voor de wereld te zijn, niet bang te zijn voor wie wij zijn, maar om vreugde te hebben in wie wij zijn en iedereen te behandelen zoals de Heiland wil dat wij hen behandelen.’

Over een mogelijk bezoek aan Zweden zegt ouderling Renlund: ‘Kerkpresident Thomas S Monson noemt mij “svensk pojke” (“Zweedse jongen”), maar ik weet niet wanneer ik naar Zweden ga. Dat is pas als ik daar een taak te vervullen krijg, maar ik kijk er wel naar uit.’

Stijlgidsnotitie:Als u De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in een artikel noemt, gebruik dan bij de eerste vermelding alstublieft de volledig naam van de kerk. Voor meer informatie over het gebruik van de naam van de kerk, zie onze onlineStijlgids.