Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen sprak op donderdag 26 februari 2015 op de campus van Chapman University over de onderwerpen geloof, gezin en godsdienstvrijheid. Ouderling Holland was tien jaar geleden ook op de campus in het zuiden van Californië toen het Fish Interfaith Center werd geïntroduceerd. Deze week keerde hij er terug ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het centrum.
‘Dat was een geweldige avond voor mij die ik altijd zal koesteren als een hele, hele fijne ervaring, vooral als een fijne interreligieuze ervaring’, zei ouderling Holland over zijn eerste bezoek aan het Fish Interfaith Center, dat zich in Orange (Californië) bevindt. Chapman University telt 7000 studenten en is een van de oudste universiteiten van Californië.
Ouderling Holland besteedde aandacht aan de ‘actuele kwesties’ van geloof, gezin en godsdienstvrijheid — ‘grote kwesties die zo nauw met elkaar verweven, verbonden en vervlochten zijn, dat als een ervan getroffen wordt, de andere twee ook geraakt worden, dat als in een ervan gesneden wordt, de andere twee zullen bloeden’, vertelde hij aan de toehoorders op de campus. ‘Deze kwesties verdienen onze interreligieuze aandacht en onze interreligieuze bescherming, want samen staan we altijd sterker.’
‘Welk geloof we ook aanhangen, we maken ons allemaal zorgen’, zei ouderling Holland, ‘over de toename in pornografie en de toegenomen armoede, over misbruik en abortus, over seksuele losbandigheid, over geweld, ruwheid, wreedheid en verleidingen. Het moet voor welwillende mensen die God liefhebben toch mogelijk zijn om pal te staan tegen zonde en dwaling en misbruik in welke vorm dan ook.’
Ouderling Holland uitte bezorgdheid over een ‘cultuurverschuiving in onze tijd’ die ‘gekenmerkt blijft worden door een tanende binding met georganiseerde godsdienst en teruglopende kerkgang’. Hij haalde cijfers aan die het Pew Forum on Religious Life in de afgelopen paar jaar gepubliceerd heeft. Daaruit blijkt dat het percentage niet-kerkelijken in de afgelopen vijf jaar van net boven 15 procent tot net onder 20 procent van alle volwassenen in de Verenigde Staten is gestegen. Een derde van alle Amerikaanse volwassenen onder de dertig rekent zich niet meer tot een of andere godsdienst. Het Pew Forum meldde vorig jaar echter dat driekwart van de bevolking vindt dat godsdienst op het dagelijks leven van Amerikanen invloed heeft.
Ouderling Holland sprak ook over het gezin en reageerde daarbij krachtig op de huidige statistieken dat er jaarlijks wereldwijd 40 miljoen abortussen worden gepleegd en dat 41 procent van de geboorten in de Verenigde Staten bij ongehuwde vrouwen is. ‘We behoren onomwonden te verklaren dat in de voortplantingsdaad voor beide ouders een levenslange toewijding aan en verantwoordelijkheid voor het verwekte kind besloten liggen. Niemand kan dat leven ongestraft beëindigen, die zorg verwaarlozen en die verantwoordelijkheid ontlopen […]. In algemene zin is er geen samenleving, van welke omvang of samenstelling ook, met voldoende middelen aan tijd, geld of wil om recht te trekken wat thuis wordt nagelaten.’
Ouderling Holland sprak ook zijn steun voor het traditionele huwelijk uit. ‘In deze tijd moeten we het huwelijk en het gezin dus niet opnieuw gaan definiëren zoals steeds meer mensen om ons heen proberen te doen, maar moeten we versterken en verheffen wat al sinds mensenheugenis de ruggengraat van de beschaving is’, beklemtoonde hij.
Ouderling Holland zei dat gelovigen de inspanningen van sommigen moeten weerstaan om ze uit het openbare leven te weren. ‘Om die tendens te keren dienen alle burgers voor hun grondwettelijke recht op te komen om hun geloof uit te oefenen en de stem van hun geweten inzake kwesties te laten horen, niet alleen in besloten kring thuis of door prediking vanaf de kansel, maar ook in het openbare leven, in stemhokjes en in rechtszalen. Alle burgers maken aanspraak op die rechten, met inbegrip van mensen, leiders en organisaties die er een godsdienstige overtuiging op nahouden.’
‘Een dergelijk groep mensen, leiders en organisaties lijkt mij een perfecte cluster voor interreligieuze invloed en interreligieuze samenwerking. Zij moeten niet worden buitengesloten’, besloot hij.