SALT LAKE CITY 14 augustus 2009 (...) Het wordt een andere eeuw
dan de voorgaande. In sommige opzichten beter, in andere opzichten
naar mijn mening veel moeilijker voor jullie en je kinderen. Maar
één ding is onontkoombaar: het wordt jullie eeuw, waarin je de kans
krijgt om iets na te laten, hetzij goed of anderszins. Jullie
zullen proberen invloed uit te oefenen op andere mensen, en anderen
op jullie. Ofwel geef je je kernwaarden uit het herstelde evangelie
van Jezus Christus door en bevorder je ze, ofwel laat je je waarden
voor jou en je nageslacht bepalen door anderen. In de toekomst zal
communicatie blijven veranderen, door het internet en door nieuwe
mediatechnieken. Jouw wereld van cyberspace — vol mobiele telefoons
met videoweergave en iTunes, sociale netwerken zoals Facebook,
sms-berichten, blogs, handpalmcomputers en podcasts — is nog maar
het begin van wat er voor je in het verschiet ligt door de
voortschrijdende techniek. Daardoor wens ik dat ik twintig jaar
later was geboren zodat ik uit kon vissen hoe mijn iPhone werkt als
die zich niet gedraagt, en dat gebeurt nogal eens. We zijn
verwikkeld in een titanenstrijd, mijn jonge broeders en zusters.
Dat is vanaf het begin van de geschiedenis van de mensheid altijd
zo geweest. Goed en kwaad zijn er altijd geweest, en daarmee ook
het recht om ertussen te kiezen. Gedurend de tijd die ik vandaag
met jullie kan doorbrengen, wil ik wat zeggen over pal staan voor
de waarheid. Ik zag onlangs de uitslag van een onderzoek naar de
vraag hoe mensen leden van de kerk zien. Ik ben al heel lang
geïnteresseerd in dit onderwerp, want ik heb in mijn kerktaken wat
te maken gehad met zendingswerk. Weten hoe andere mensen ons zien
is belangrijk om te weten hoe we onszelf het beste kunnen
verklaren. En in de uitslag van dit onderzoek stond een
interessante opmerking. Er werd in gesteld dat leden van onze kerk
soms erg defensief overkomen bij mensen die geen lid zijn van de
kerk. Eén persoon die de vragen beantwoord had, ging zelfs zo ver
om te zeggen dat als mormonen hun overtuiging uiteenzetten, ze dat
doen in termen die suggereren dat ze kritiek verwachten. Het was
niet de eerste keer dat ik een dergelijke opmerking hoorde. Maar
hoe langer ik erover nadacht, hoe meer ik het begreep. Als we niet
oppassen, kunnen we in onze communicatie met andere mensen
enigszins defensief overkomen. Ik denk dat ik enkele redenen
daarvoor wel kan begrijpen. Vanaf het moment dat Joseph Smith in
1820 het (...) bos uitliep, zijn er altijd negatieve reacties op
onze boodschap geweest, sommige zelfs vijandig. Joseph vertelt ons
in zijn eigen woorden dat zijn eerste poging om iemand buiten zijn
familie te vertellen wat hij had gezien, geen prettige ervaring
was. De protestantse predikant die hij erover vertelde, zei tegen
hem dat het ‘van de duivel’ was en dat visioenen en openbaringen
niet meer bestonden. Als Joseph dat al erg vond, kwam dat doordat
hij nog niet had ingezien hoe meedogenloos de tegenstander zijn
kracht aanwendt. Hoe meer de kerk groeide, hoe meer zij
vijandigheid leek aan te trekken. Het kleine groepje getrouwe leden
werd van de ene naar de andere plaats verdreven. Het moet Joseph
wel hebben toegeschenen dat het niet veel erger kon dan het
verschrikkelijke lijden in de gevangenis te Liberty, in dezelfde
periode waarin de gouverneur van Missouri het uitroeiingsbevel voor
leden van de kerk uitvaardigde. Maar uiteraard werd het erger, en
Joseph en Hyrum gaven hun leven voor hun werk, getuigenis en
geloof. (...) Dat is nu allemaal een onuitwisbaar deel van de
geschiedenis. (...) De verhalen inspireren en motiveren ons, en zo
hoort het ook. En ik hoop en bid dat wij in onze relatief
gemakkelijke situatie nooit die resolute, getrouwe heiligen der
laatste dagen zullen vergeten, noch de lessen die we van ze kunnen
leren. Maar we leven niet in 1830 en we zijn niet meer met zijn
zessen. Is het mogelijk dat de defensieve houding die anderen soms
in ons zien een teken is dat we nog steeds verwachten behandeld te
worden als een minderheid waar men een hekel aan heeft, een
minderheid die gedwongen wordt naar het westen te vluchten?
Verwachten we in onze interactie met anderen nog steeds ons te
moeten verdedigen? Als dat zo is, dan denk ik dat we onze koers
moeten wijzigen. Voortdurend kritiek of tegenwerpingen verwachten,
kan leiden tot een ongezonde, zelfbewuste en defensieve houding die
niet prettig overkomt bij andere mensen. En die houding past niet
bij wie wij zijn als kerk en als volgelingen van Jezus
Christus.
Zoals in alles, zien wij op naar de Heiland als ons Voorbeeld. Hij
werd meteen al aan het begin van zijn bediening geconfronteerd met
grote vijandigheid. De eerste keer dat Hij in de synagoge te
Nazaret predikte, wilden sommigen Hem van een rots gooien. Maar Hij
liet zich niet intimideren. Hij wist dat Hij merendeels verkeerd
begrepen zou worden. En toch verkondigde Hij zijn evangelie
onbevreesd met zinsneden als ‘Sommigen zeggen (...). Maar Ik zeg u
(...).’ Hij wist wat Hij wilde zeggen, en Hij zei het zonder zich
ergens voor te verontschuldigen. Zoals in de Schriften staat: ‘Hij
leerde hen als gezaghebbende en niet als hun schriftgeleerden’
(Matteüs 7:29). Als wij respect willen voor wie wij zijn, dan
moeten we vol vertrouwen optreden, ons er goed van bewust wie wij
zijn en waar wij voor staan, en niet menen dat we ons moeten
verontschuldigen voor wat we geloven. Dat betekent niet dat we
arrogant of aanmatigend moeten zijn. Respect voor de mening van
anderen behoort altijd een van onze fundamentele principes te zijn,
het staat tenslotte in de geloofsartikelen. Maar als we ons
gedragen als een vervolgde minderheid, of alsof we verwachten dat
men ons verkeerd zal begrijpen of ons zal bekritiseren, dan voelen
andere mensen dat aan en reageren ze dienovereenkomstig. (...) Als
je in een positie bent om te vertellen wat je gelooft, is het niet
nodig om zo voorzichtig te zijn dat het lijkt alsof je kritiek
vermijdt of verwacht. De apostel Paulus heeft geschreven: ‘Ik
schaam mij het evangelie [van Christus] niet’ (Romeinen 1:16). Geen
van ons zou zich ervoor moeten schamen. Ik zie uit naar elke kans
die ik krijg om mijn getuigenis van de fantastische boodschap van
de herstelling te geven, en ik waardeer al die kansen. En ik kan me
niet herinneren dat ik er ooit iemand mee beledigd heb. Een van de
redenen waarom dit onderwerp zo relevant is voor jullie, is dat de
kerk sterker aan het worden is. (...) Overal zijn heiligen der
laatste dagen (en het is voor buitenstaanders) steeds normaler aan
het worden om persoonlijk een heilige der laatste dagen te kennen.
En veel leden van de kerk zijn vooraanstaande leden van de
samenleving geworden. (...) Alleen al die vooraanstaande leden
zorgen ervoor dat de kerk steeds vaker besproken zal worden en dat
heiligen der laatste dagen steeds vaker in evangeliediscussies
zullen terechtkomen. Daarom heb ik dit onderwerp gekozen. Jullie
moeten eerlijk, openhartig, vrij en innemend zijn, andermans mening
respecteren en totaal niet defensief zijn wat je eigen overtuiging
betreft. Ik zal twee suggesties doen wat betreft het aangaan van
discussies zonder defensief te zijn.
Eerste suggestie: sta niet toe dat onbelangrijke kwesties de
belangrijker onderwerpen verdringen De leden van onze kerk staan
maar al te vaak toe dat anderen bepalen waar een gesprek over gaat.
Een voorbeeld daarvan is polygamie. De kerk maakte daar officieel
een eind aan in 1890. Het is nu 2009. Waarom hebben we het er nog
steeds over? Het was een gebruik. Er kwam een eind aan. We zijn
verder gegaan. Als iemand naar polygamie vraagt, geef dan gewoon
toe dat het ooit een gebruik was, maar nu niet meer, en dat mensen
polygamisten niet moeten verwarren met leden van onze kerk. Verspil
in een gewoon gesprek geen tijd aan het rechtvaardigen van het
gebruik van polygamie door te wijzen op het Oude Testament of te
speculeren waarom het in de negentiende eeuw een tijd lang
gepraktiseerd werd. Dat zijn misschien zinvolle onderwerpen voor
historici en wetenschappers, maar ik denk dat wij alleen maar de
stereotypes onderstrepen als we dit een van de meest voorkomende
gespreksonderwerpen over de kerk maken. Ik besef dat artikelen in
de media soms de aanleiding tot die gesprekken zijn. Maar dat
verandert er niets aan. Eerder dit jaar was in een aflevering van
een televisieserie over polygamisten de heilige tempelceremonie te
zien. Dat baarde veel kerkleden zorgen, en dat is begrijpelijk. Het
griefde ons allemaal. Maar ik wil jullie wijzen op een artikel dat
toen in reactie hierop door de afdeling Public Affairs op de
nieuwssite van de kerk is geplaatst. Luister, terwijl ik er iets
uit voorlees, alsjeblieft naar de toon. Er is niets defensiefs aan,
terwijl het toch een reactie was op een ongepaste weergave van een
van onze heiligste ceremonies: ‘Net als zo veel andere grote
godsdienstige groeperingen krijgt De Kerk van Jezus Christus van de
Heiligen der Laatste Dagen nogal eens aandacht in Hollywood- of
Broadwayproducties, tv-series of boeken, en in de nieuwsmedia. Soms
worden de kerk en haar leden redelijk correct weergegeven. Soms
zijn de voorstellingen fout of zijn het stereotypes. En af en toe
zijn het voorbeelden van een afschuwelijke wansmaak. ‘Zoals
katholieken, joden en moslims al eeuwenlang weten, is dit
onvermijdelijk zodra een instelling of godsdienstige groepering een
omvang bereikt die voldoende is om aandacht te trekken.’ Vervolgens
wordt in het artikel het idee van een georganiseerde boycot van het
televisiestation of verwante bedrijven ontmoedigd, een idee dat
actief door sommige van onze leden werd bevorderd op het internet.
Ik vervolg mijn citaat uit het artikel op de nieuwssite: ‘De Kerk
van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen roept als
organisatie nooit op tot een boycot. Een dergelijke stap zou een
strijdpunt opleveren waar de media maar al te graag hun tanden in
zetten en uiteindelijk zou dit alleen maar tot een groter publiek
voor de serie leiden. (…) ‘Heiligen der laatste dagen dienen zich
waardig te gedragen en attent te zijn. Dat komt niet alleen overeen
met het voorbeeld dat Jezus Christus ons in zijn aardse leven gaf,
maar het toont ook de kracht en de rijpheid van de kerkleden in
deze tijd. (...) Als de kerk haar critici en tegenstanders de
strijdpunten zou laten bepalen, zou zij het risico lopen afgeleid
te worden van haar doel en zending, die zij bijna 180 jaar met veel
succes heeft nagestreefd. In plaats daarvan bepaalt de kerk haar
eigen koers en blijft zij het herstelde evangelie van Jezus
Christus over de hele wereld verkondigen.’ Ik zal jullie een ander
recent voorbeeld geven. Een jaar of twee geleden maakte een
onafhankelijke filmmaatschappij een film over het bloedbad bij
Mountain Meadows. Om die film te beschrijven als een
verschrikkelijke ‘B-film’ zou nog mild zijn. Om heel eerlijk te
zijn was hij afschuwelijk — zelfs de Hollywoodcritici kraakten hem
af. Bij de promotie van de film deed men er alles aan om de kerk te
verlokken er een belangrijk gespreksonderwerp van te maken. Maar we
negeerden de film volledig. We weigerden om hen te laten bepalen
wat we deden. Met als gevolg: de film was een grote flop en
veroorzaakte waarschijnlijk veel rode cijfers op de
rekeningoverzichten van de maatschappij. Intussen bleven wij
reageren en constructief en intelligent de hand reiken aan
nakomelingen van de slachtoffers van die verschrikkelijke
gebeurtenissen bij Mountain Meadows. En onlangs heeft de kerk na
grondig onderzoek een boek uitgegeven met de titel Massacre at
Mountain Meadows, waar de feiten van dit drama in staan. Mijn
tweede suggestie aan jullie is te beklemtonen dat heiligen der
laatste dagen Jezus Christus en zijn leringen volgen. Wij proberen
Hem in alles wat wij doen te volgen. Als puntje bij paaltje komt,
is het belangrijkste aspect van jou en je getuigenis dat je je
overtuiging baseert op wat Christus ons leerde, en dat je probeert
Hem te volgen door een levenswijze die aanvaardbaar is voor onze
hemelse Vader en de Heer. Dat is je fundament. Dat was Joseph
Smiths fundament. Hij heeft gezegd: ‘De grondbeginselen van onze
godsdienst zijn het getuigenis van de apostelen en profeten
aangaande Jezus Christus — dat Hij stierf, werd begraven, ten
derden dage verrees en ten hemel opvoer. Al het andere dat verband
houdt met onze godsdienst is hier slechts een aanhangsel van.’ Dat
zou je altijd duidelijk moeten maken in een gesprek over de kerk.
Wij volgen Jezus Christus. Wij proberen te leven zoals Hij ons het
heeft geleerd. Dat is de basis van ons geloof en ons leven. Dat is
het sterkste standpunt dat we kunnen innemen zonder defensief te
zijn. Je hoeft niets te verdedigen of te rechtvaardigen als je je
standpunt baseert op de leringen van de Zoon van God en het feit
dat je je best doet om zijn geboden te onderhouden. Het is een
grote zegen om de leringen van Jezus Christus te hebben, die
duidelijk zijn voor hen die de Schriften bestuderen en zijn
leringen aanvaarden. Als we de leer van de Heer Jezus Christus
volgen, komen we erachter dat we allemaal kinderen van God zijn en
dat Hij ons liefheeft. Door Christus te volgen, weten we waar we
vandaan kwamen vóór onze geboorte, wat ons doel hier op aarde is,
en waar we heengaan als we dit aardse leven verlaten. Het heilsplan
is duidelijk; het is Gods plan voor het eeuwige geluk van zijn
kinderen. God heeft alle mensen geboden gegeven om naar te leven.
Ze zijn zijn geboden en niemand heeft het gezag om ze te veranderen
zonder rechtstreekse openbaring aan Gods gekozen profeet. Over de
hele wereld dwalen mensen steeds verder af van de leringen van de
Heer in de richting van een wereldse samenleving zoals de apostel
Paulus heeft beschreven: ‘Er komt een tijd, dat (de mensen) de
gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat hun gehoor
verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen
bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich
naar de verdichtsels keren’ (2 Timoteüs 4:3–5). Heden is de tijd
die Paulus zag. Er is een groeiend aantal mensen die geloven dat er
geen god is, geen christus, geen verlossingsplan, geen verzoening,
geen bekering, geen vergeving, geen leven na de dood, geen
opstanding, geen eeuwig leven, geen families die voor eeuwig
verzegeld zijn. Hoe leeg moet het leven wel niet zijn zonder de
zegeningen van het volledige, herstelde evangelie van Jezus
Christus? Broeders en zusters, wij volgen Jezus Christus. Wij
kennen het plan van geluk, het grote verlossingsplan door de Heer
Jezus Christus. Jullie, afgestudeerde studenten, kennen de leringen
van Jezus Christus. Je moet ernaar streven om ze nu en altijd na te
leven. Op jullie generatie rust de verantwoordelijkheid om de
leringen van de Heer te verkondigen en te weten hoe je zijn kerk
moet opbouwen. Onthoud alsjeblieft dat je niet moet denken dat je
je geloofsovertuiging hoeft te rechtvaardigen; je hoeft die alleen
maar in een liefdevolle, vriendelijke geest uit te leggen. De
waarheid zegeviert altijd als er in ware leer wordt onderwezen.
Hier volgen slechts enkele voorbeelden: 1. Wij volgen de leer van
Jezus Christus dat we onze medemens moeten dienen. We dienen zowel
onze eigen leden als andere mensen. Het grote werk dat wij over de
hele wereld in humanitaire hulp doen, verlicht lijden en ontbering.
We doen wat we kunnen, geven tijd en geld om zowel in de behoeften
van onze eigen leden als die van andere godsdiensten te voorzien,
en zien in dat ‘in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste
broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan’ (Matteüs 25:40). 2.
Wij volgen de leer van Jezus Christus om ernaar te streven het
woord van wijsheid na te leven, dat een verstandige manier is om
ons stoffelijk lichaam gezond te houden. Wij vermijden het gebruik
van alle soorten drugs omdat onze eeuwige geest in ons lichaam
huist en geluk in dit leven wordt verkregen door geestelijk sterk
en lichamelijk gezond te zijn. 3. Wij volgen Jezus Christus door de
wet van kuisheid na te leven. God heeft dit gebod gegeven en heeft
het nooit ingetrokken of gewijzigd. Deze wet is duidelijk en
eenvoudig. Niemand dient seksuele omgang te hebben buiten de door
de Heer gestelde beperkingen. Dat geldt zowel voor homoseksueel
gedrag als voor heteroseksuele betrekkingen buiten het huwelijk.
Het is een zonde om de wet van kuisheid te overtreden. 4. Wij
volgen Jezus Christus door ons aan Gods gebod van het huwelijk te
houden, wat een huwelijk tussen man en vrouw behelst. Dit gebod is
er al vanaf het allereerste begin geweest. God heeft gezegd:
‘Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten, en zijn vrouw
aankleven, en zij zullen tot één vlees zijn’ (Genesis 2:24). God
gaf Adam en Eva het gebod: ‘Weest vruchtbaar en wordt talrijk;
vervult de aarde en onderwerpt haar’ (Genesis 1:28).
Hedendaagse profeten en apostelen hebben dat gebod nog eens
onderstreept in ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’,
uitgegeven in 1995:
‘God [heeft] geboden dat het heilige voortplantingsvermogen alleen
gebruikt mag worden tussen een man en een vrouw die wettig met
elkaar gehuwd zijn. (…) Het gezin is door God ingesteld. Het
huwelijk van man en vrouw is van essentieel belang in zijn eeuwige
plan.’ 5. Wij volgen Jezus Christus en onderwijzen in de eerste
beginselen van het evangelie en alle andere geweldige
leerstellingen van de herstelling, de naleving waarvan de zonen en
dochters van God gemoedsrust, vreugde en geluk geeft. Broeders en
zusters, (...) zo eenvoudig is het gewoon. Moge God jullie zegenen
nu je (...) de wereld ingaat om op zoek te gaan naar het geluk, in
de wetenschap dat je door de leringen van Jezus Christus te volgen
gemoedsrust, vreugde en geluk zult hebben. Ik wil jullie mijn
getuigenis geven. Ik getuig dat Jezus de Christus is. Hij is de
Zoon van God. Hij leeft. Dit is zijn kerk. Wij zijn in zijn dienst.
Hij heeft ons leringen en geboden gegeven. We moeten ze begrijpen
en ze verkondigen met liefde, macht en geestelijke kracht. Ik smeek
een zegen over jullie af dat onze hemelse Vader je zal verlichten
en je in alle opzichten zal zegenen als je de kans krijgt om de de
wonderbaarlijke boodschap van de herstelling uit te leggen aan de
kerk en aan hen die geen lid van de kerk zijn, dat je gezegend mag
worden en hemelse leiding ontvangen, en dat je positief tegenover
je eigen gevoelens mag staan, en nooit het gevoel mag hebben dat je
defensief moet zijn omdat je lid bent van De Kerk van Jezus
Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Moge God je elke zegen
en elk rechtschapen verlangen van je hart geven nu je deze
universiteit verlaat. Dat is mijn nederig gebed. In de naam van
Jezus Christus. Amen.
Citaten uit een toespraak die ouderling M. Russell Ballard op 13
augustus 2009 bij een diplomauitreiking aan de Brigham Young
University heeft gehouden.
Stijlgidsnotitie:Als u De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in een artikel noemt, gebruik dan bij de eerste vermelding alstublieft de volledig naam van de kerk. Voor meer informatie over het gebruik van de naam van de kerk, zie onze onlineStijlgids.