Onderwerp

De Schepping

                   

Onze hemelse Vader heeft de aarde als woonplaats en leerschool voor zijn kinderen geschapen. Hij heeft in frisse lucht, stromende wateren en vruchtbare velden voorzien. Hij heeft voor panorama’s van adembenemende bergtoppen en groene valleien gezorgd. Hij heeft magnifieke landschappen gevormd die ontzag en nederigheid inboezemen.

Maar zijn schepping is meer dan een onberispelijk plaatje. Zij is een overvloedige aarde vol levensondersteunende grond, seizoenen en natuurlijke bronnen die het gevarieerde planten- en dierenleven mogelijk maken. Een voormalig president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, Spencer W. Kimball, was op het platteland opgegroeid. In het licht daarvan verklaard hij: ‘De aarde waarop we wonen, is prachtig.’[I] De aarde dient in Gods grote plan als heilige plek voor het sterfelijke leven. Zij is een weergaloos geschenk van een liefdevolle hemelse Vader. Toch springen wij mensen vaak lichtzinnig met de aarde om. Wij zouden dankbaarder voor dat geschenk moeten zijn.

De leringen van de heiligen der laatste dagen zijn zonneklaar: wij hebben allemaal de verantwoordelijkheid om voor Gods majestueuze schepping te zorgen en de natuurlijke hulpbronnen ‘met beleid, niet onmatig, noch door dwang’ te gebruiken (LV 59:20).

De aarde is kwetsbaar en wij zijn aan God verantwoording verschuldigd voor hoe wij ermee omgaan en hoe wij haar gebruiken. Overmatige consumptie verontreinigt Gods zeeën, onverantwoorde vervuiling verpest zijn lucht. De schepping kreunt onder het gewicht van roekeloosheid en mateloosheid, dat zowel de arme aarde als de armen op aarde verwaarloost. God verwacht van ons dat wij voor zijn heerlijke scheppingen, waaronder al zijn kinderen, zorgen.

‘Wat moeten we als vruchtgebruiker van de goddelijke schepping doen?’ vraagt president Russell M. Nelson, president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. ‘We moeten voor de aarde zorgen, een verstandige rentmeester zijn en haar voor toekomstige generaties behouden. En we moeten elkaar liefhebben en voor elkaar zorgen.’[II]

De aarde behoort uiteindelijk aan God toe. We hebben de basale morele plicht om als goede rentmeester te handelen en Gods eigendom geen schade toe te brengen. We moeten zijn schepping met de extra zorgvuldigheid behandelen die zij verdient, en de overvloed van de aarde overeenkomstig goddelijke geboden en verstandige beginselen van natuurbehoud gebruiken.[III]

                       

President Kimball heeft gezegd: ‘De Heer heeft ons een uitgelezen wereld gegeven en verwacht in ruil daarvoor rechtschapenheid en gehoorzaamheid aan zijn geboden. Maar als ik zie wat dit volk doet vergeleken bij wat er verwacht wordt, ben ik geschokt en bang.’

Hij zei verder: ‘Ik heb in de loop der jaren voor verschillende taken veel gereisd. Als ik door het prachtige platteland rij of boven onze uitgestrekte en prachtige aardbol vlieg, vergelijk ik die schoonheid met de vele donkere en ellendige praktijken van de mens. Ik krijg dan het gevoel dat de goede aarde onze aanwezigheid nauwelijks kan verdragen.’[IV] President Kimball heeft gezegd dat ‘vervuiling van de geest, het lichaam en onze leefomgeving’ God niet welgevallig is.

Het milieu. De natuur. Natuurbescherming. Deze en andere woorden zijn politiek geladen. Maar Gods schepping overstijgt de politiek. Leringen van de kerk over dit onderwerp schrijven geen uitgebreid, specifiek gedrag voor. Die leringen bepalen evenmin welke beleidsregels, partijen of doelen men dient te steunen. Wij bevelen datgene en diegenen aan die in overeenstemming met evangeliebeginselen voor de aarde willen zorgen. Diverse politieke platforms hanteren een redelijke aanpak om voor de aarde en Gods scheppingen te zorgen. De kerk erkent dat gepast rentmeesterschap over de aarde naar gelang de individuele omstandigheden kan variëren.

De profeet Joseph Smith beantwoordde de vraag hoe hij de kerk en haar leden bestuurde eens met de beroemde woorden: ‘Ik leer hun de juiste beginselen en zij besturen zichzelf.’[V] De kerk gaat over het algemeen volgens diezelfde benadering te werk. Leringen over aards rentmeesterschap zijn in een wereldwijde godsdienst op beginselen gericht, niet zozeer op specifieke praktijken die van plaats tot plaats en van persoon tot persoon verschillen. De kerk vertrouwt erop dat haar leden strijdige belangen evenwichtig overwegen en overeenkomstig gezonde leringen handelen terwijl zij het evangelie van Jezus Christus proberen na te leven.

                      

Kerkleden en alle kinderen van God kunnen baat hebben bij de woorden van hedendaagse profeten en leringen in de Schriften aangaande de aarde, haar doel en wat God in de zorg voor de aarde van ons verwacht. De kerk heeft onlangs een evangelieverhandeling over dit onderwerp gepubliceerd. Daarin worden de leden aangespoord om ‘een levensstijl en persoonlijke gewoonten aan te kweken die de schepping respecteren’. De kerk moedigt haar leden ook aan om, waar dat uitvoerbaar is, ‘de plek waar u woont, werkt, ontspanning zoekt en aanbidt op te knappen en netjes te houden. Maak uw eigen woonruimte fraaier en inspirerender.’[VI] In het Boek van Mormon staat dat ‘de aarde, en alle dingen op het oppervlak daarvan, […] getuigen dat er een oppermachtige Schepper is’ (Alma 30:44). Deze getuigen van Gods liefde voor zijn kinderen schade toebrengen of opzettelijk vernielen, mishaagt Hem.

Wij zijn onlosmakelijk met deze aarde verbonden. Onze onachtzaamheid is haar tot vloek, onze rechtschapenheid is haar tot zegen. Haar conditie heeft invloed op onze gezondheid. Onze bestemming is met elkaar vervlochten, onze Schepper is één.

Wij moeten niet alleen voor onszelf maar ook voor toekomstige generaties leven. We zullen kennis over de aarde moeten vergaren en er verantwoordelijk mee moeten omgaan. We kunnen op de hoogte blijven, betrokken raken en op gedegen wetenschap afgaan. Deze aarde is inderdaad ‘prachtig’ en verdient onze beste zorg. Uiteindelijk weerspiegelt onze houding jegens de schepping onze houding jegens onze Schepper.[VII]


[I] Spencer W. Kimball, ‘The False Gods We Worship’, Ensign, juni 1976.

[II] Russell M. Nelson, ‘De schepping’, algemene aprilconferentie 2000.

[III] Zie Marcus B. Nash, ‘Righteous Dominion and Compassion for the Earth’ (toespraak gehouden tijdens het 18de jaarlijkse Stegner Centersymposium, 12 april 2013), MormonNewsroom.org.

[IV] Spencer W. Kimball, ‘The False Gods We Worship.’

[V] Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 306.

[VI]Environmental Stewardship and Conservation’, Gospel Topics, topics.lds.org.

[VII] In The Idea of a Christian Society schrijft T.S. Eliot: ‘Een verkeerde houding jegens de natuur impliceert ergens een verkeerde houding jegens God.’

Stijlgidsnotitie:Als u De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in een artikel noemt, gebruik dan bij de eerste vermelding alstublieft de volledig naam van de kerk. Voor meer informatie over het gebruik van de naam van de kerk, zie onze onlineStijlgids.