Hoofdzetel
De kerk wordt door vijftien apostelen geleid. De man die het langste apostel is, is de president van de kerk, en hij kiest twee andere apostelen als raadgevers. Deze drie functioneren als het Eerste Presidium, het hoogste bestuurslichaam van de kerk. Twaalf andere apostelen vormen het Quorum der Twaalf Apostelen — het op een na hoogste bestuurslichaam van de kerk. Gezamenlijk houden het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen toezicht op de hele kerk. Volgens de kerkleden komt deze organisatorische structuur uit het Nieuwe Testament.
Alle apostelen worden door de kerkleden beschouwd als ‘bijzondere getuigen’ van Jezus Christus. Zij reizen geregeld om grote groepen leden en belangstellende niet-leden toe te spreken en aan te moedigen, en om met plaatselijke leiders te overleggen.
Leiders die zeventigers genoemd worden — ook een ambt uit het Nieuwe Testament — assisteren de twaalf apostelen, en zijn over de hele wereld op verschillende plaatsen werkzaam. Er zijn momenteel acht quorums der Zeventig. Ieder quorum bestaat uit maximaal 70 leden. Sommige zeventigers hebben bestuursfuncties aan de hoofdzetel van de kerk, maar de meesten van hen wonen en werken in een bepaald geografisch gebied van de kerk.
Zie ook: ‘Hoe de president van de kerk wordt gekozen.’
Plaatselijke kerkgemeenten
De leider van een kerkgemeente is een bisschop. Zijn kerkelijke gemeente wordt een wijk genoemd.
Een groep wijken vormt een ring, en de leider van een ring is een ringpresident. ‘Ring’ (‘stake’ in het Engels) is geen woord dat in het Nieuwe Testament is te vinden, maar het komt in het Engels wel in het Oude Testament voor, als de haringen die een tent (de kerk) overeind houden.
Ringpresidenten en bisschoppen zijn de leiders waarmee de meeste leden van de kerk in de regel te maken hebben. Deze leiders worden niet betaald en hebben vrij veel beslissingsbevoegdheid.
De grote hoeveelheid tijd en inspanning die vereist is om een ring of wijk te besturen en in de behoeften van de leden te voorzien, wordt door de leden zelf geleverd. De meeste leden worden door de plaatselijke leiders gevraagd om bepaalde taken uit te voeren. Die taken kunnen bestuurlijk of administratief zijn, onderwijskundig of dienstverlenend. Deze taken worden geregeld afgewisseld. Een bisschop wordt in de regel voor zo’n vijf jaar geroepen en een ringpresident voor zo’n negen jaar.
Hulporganisaties
De kerk heeft ook plaatselijke hulporganisaties: zustershulpvereniging, zondagsschool, jongemannen, jongevrouwen en jeugdwerk.
De kerk heeft ook een onderwijssysteem, een welzijnszorgorganisatie en een zendingsprogramma.