Christelijke kerken beschouwen gezag — het goddelijke recht om te prediken, in de naam van God te handelen en de kerk van de Heer te leiden — op verschillende manieren. Sommige geloofsrichtingen, zoals rooms-katholieke, orthodoxe en koptische kerken, leggen nadruk op een ononderbroken gezagslijn vanaf de apostelen vanouds. Sommige van de mensen die zich van die kerken hebben afgescheiden, beweren dat ze gezag putten uit de letterlijke juistheid van de Bijbel. Anderen vertrouwen op een gevoel van een ‘roeping’ om te dienen. Heiligen der laatste dagen hebben een andere visie op het gezag van het priesterschap.
In het Nieuwe Testament wordt de kerk die Jezus Christus heeft gevestigd, beschreven als een gestructureerde kerk. De apostelen stonden aan het hoofd ervan, en als ontvangers van geordend gezag en openbaring gaven zij leiding aan de kerk die zich in de toen bekende wereld verspreidde, en zorgden ze ervoor dat de leer zuiver bleef.
Het feit dat de originele kerk van Jezus Christus in een gevallen staat zou terechtkomen, was voorspeld door de profeten vanouds en door de apostelen in de tijd van Christus.
Hoewel heiligen der laatste dagen geloven dat het gezag van God na de dood van de apostelen verloren ging, en dat er door goddelijke interventie een herstelling nodig was, verwerpen en bagatelliseren zij niet de geldigheid van andermans godsdienstige overtuiging:
- In de hedendaagse kerken zijn veel leerstellingen van Jezus Christus te vinden.
- Leden van andere kerken die Jezus Christus aanvaarden en zijn beginselen proberen na te leven, hebben recht op goddelijke leiding en inspiratie.
- Trouwe christenen die geen lid van de mormoonse kerk zijn, kunnen toch in de hemel komen; en zij die leven volgens alle waarheid en licht die zij hebben ontvangen, hebben recht op meer licht en waarheid in het hiernamaals.
- Iedereen die Jezus Christus aanvaardt als de Zoon van God en de Verlosser van de wereld is een christen, ongeacht theologische verschillen.
- De Bijbel is een uitermate waardevolle openbaring van God vanwege de krachtige invloed die ervan uitgaat. En de waarde van de Bijbel wordt niet gebagatelliseerd door aanvullende Schriftuur.
Voor heiligen der laatste dagen is de herstelling van het priesterschap in de eerste helft van de negentiende eeuw een letterlijke gebeurtenis, door middel van engelen die vroeger als sterveling dat gezag bezaten. Het gezag van God is in 1829 door middel van een bezoek van de herrezen Johannes de Doper in Harmony [nu Oakland] (Pennsylvania) hersteld, en enige tijd later door de verschijning van de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes.
Tegenwoordig kunnen alle leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen die het priesterschap dragen, hun gezag rechtstreeks terugleiden naar deze bezoeken en de verlening van het priesterschap van God aan Joseph Smith en de vroegere leiders van de kerk. Een persoon die tegenwoordig het priesterschap ontvangt, zit in de regel op een stoel terwijl iemand die het priesterschap al draagt, staande zijn handen op het hoofd van de ontvanger legt en dat gezag formeel op hem bevestigt.
Kerkleden geloven dat de huidige apostelen bekleed zijn met de hedendaagse ‘apostolische sleutels’ van het priesterschap, waarmee het recht wordt bedoeld om de kerk te leiden, net als de apostelen vanouds het gezag hadden om de kerk te leiden.
Schriftuurplaatsen waarin de afval is voorspeld
2 Tessalonicenzen 2:3
Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs,
Jesaja 60:2
Want zie, duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën, maar over u zal de Here opgaan en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.
Jesaja 24:5
Want de aarde is ontwijd door haar bewoners, omdat zij de wetten hebben overtreden, de inzetting ontdoken, het eeuwig verbond verbroken.
1 Timoteüs 4:1
Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen,
De geldigheid van de godsdienstige overtuiging van andere mensen
- ‘Er wordt vaak aan me gevraagd: “Waarin verschilt u van anderen wat betreft uw godsdienstige overtuiging?” Eigenlijk verschillen we niet zoveel in onze godsdienstige overtuiging. Maar wij hopen dat we allemaal kunnen deelnemen aan het beginsel van naastenliefde. Een van de grote fundamentele beginselen van het mormonisme is het zoeken naar waarheid, waar die ook vandaan komt.’ Joseph Smith, geciteerd in History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, 2e editie. (Salt Lake City: Deseret News Press, 1949), deel 5, p. 499.
- ‘Het is niet onze bedoeling om de waarheden en deugden die u bezit weg te nemen. Het is niet onze bedoeling om iets aan te merken of u te bekritiseren. Het is niet onze bedoeling om u te hekelen. Behoud al het goede dat u hebt, en laat ons daar nog wat goeds aan toevoegen.’ President George Albert Smith, geciteerd in Sharing the Gospel with Others, Preston Nibley (Salt Lake City: Deseret News Press, 1948), pp. 12-13; cursivering toegevoegd.
- ‘De gezagslijn van het priesterschap was verbroken. Maar het mensdom bleef niet in volledige duisternis of volstrekt zonder openbaring of inspiratie achter. De idee dat de hemelen na de kruisiging van Christus zijn gesloten en dat ze met het eerste visioen weer zijn opengegaan, is niet waar. Het licht van Christus bleef overal van kracht tot steun van de kinderen Gods; de Heilige Geest bleef vorsende zielen bezoeken. De gebeden van de rechtschapenen bleven niet onbeantwoord.’ Boyd K. Packer, ‘Het licht van Christus’, Liahona, april 2005, p. 11.
- Goed geïnformeerde heiligen der laatste dagen beweren niet dat het historische christendom alle waarheid kwijtraakte of helemaal onzuiver werd. De orthodoxe kerken zijn de volheid van het evangelie kwijtgeraakt, maar ze zijn niet alles of het meeste ervan kwijtgeraakt. Veel evangelisten bespotten of overdrijven de daadwerkelijke zienswijze van de kerk, namelijk dat de orthodoxe kerken onvolledig zijn, niet dat ze volkomen fout zijn. Het zijn hun nabijbelse geloofsbelijdenissen die in het eerste visioen van Joseph Smith een gruwel in Gods ogen werden genoemd, niet de leden of de bijbelse geloofsovertuiging van hun leden.’ Craig L. Blomberg en Stephen E. Robinson, How Wide the Divide? A Mormon and an Evangelical in Conversation (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1997), p. 61.