Actieve leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen nemen actief deel aan de zaken van de kerk, waaronder het plaatselijke bestuur. Omdat er geen betaalde geestelijken zijn, houdt dat in dat het leiderschap in de wereld bijzonder gedecentraliseerd is, en dat de meeste leden vrijwillig bijdragen aan onderwijs of andere werkzaamheden.
De plaatselijke leider wordt bisschop genoemd en is in de regel zo’n vijf jaar in die functie werkzaam. Als zijn tijd voorbij is, kan hij een andere taak in een groter geografisch gebied krijgen of terugkeren in zijn eigen kerkgemeente om een minder zware taak op zich te nemen.
Toen president Gordon B. Hinckley in december 2004 werd geïnterviewd door tv-presentator Larry King, stelde deze hem de vraag: ‘Het is moeilijk om lid te zijn, vindt u ook niet?’ President Hinckley antwoordde: ‘O nee, het is geweldig. Het is veeleisend, met hoge verwachtingen, dat wel. Maar het is geweldig.’
Over bekeerlingen die lid van de kerk worden, zei president Hinckley: ‘Ze worden aan het werk gezet. Ze krijgen taken. Ze krijgen het gevoel dat ze deel uitmaken van de grote vooruitgang van Gods werk. (…) Ze ontdekken al snel dat er veel van heiligen der laatste dagen verwacht wordt. Dat vinden ze niet erg. Ze doen hun best en vinden het fijn. Ze verwachten dat hun godsdienst veeleisend is, dat ze veranderingen in hun leven moeten aanbrengen. Ze voldoen aan de vereisten. Ze geven hun getuigenis van al het goede dat ze ontvangen. Ze zijn enthousiast en getrouw.’
Naast de aan hen toegewezen taken in de kerkgemeente kunnen leden ook vrijwilligerswerk verrichten in de programma’s van de welzijnszorg en humanitaire hulp van de kerk. Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat ze zo nu en dan in een conservenfabriek werken waar voedsel voor de behoeftigen wordt geproduceerd.
Leden kunnen ook financieel bijdragen op een niveau dat mensen buiten de kerk kan verbazen. Een gemiddeld actief lid schenkt een tiende van zijn of haar jaarlijkse inkomen aan de kerk, naast de maandelijkse bijdragen voor de behoeftigen.
Actieve kerkleden wonen op zondag de kerkbijeenkomsten bij die drie uur duren, opgesplitst in drie verschillende bijeenkomsten. De belangrijkste eredienst duurt iets meer dan een uur en wordt de avondmaalsdienst genoemd. Mannen en vrouwen houden van tevoren toegewezen toespraken van de kansel en de aanwezigen nemen gezamenlijk deel aan lofzangen, gebeden en het avondmaal — het brood en water als zinnebeelden van de verzoening van Jezus Christus voor de zonden van de mensheid. De rest van de tijd wordt besteed in de zondagsschool en lessen voor mannen, vrouwen, jongeren en kinderen. Iedereen is welkom in de zondagse bijeenkomsten, of men lid van de kerk is of niet.
Middelbare scholieren nemen deel aan het seminarie — lessen die vijf dagen per week worden gegeven en vooral over de Schriften gaan. Afhankelijk van waar de jongeren wonen, kunnen ze voor, tijdens of na schooltijd les krijgen.