Honderden dienstbetoonprojecten in Afrika
Vrijwilligerswerk in meer dan 30 landen
Eind augustus 2009 stroomden duizenden kerkleden in gele hesjes uit
over heel Afrika. Samen voerden ze op één dag meer dan tweehonderd
dienstbetoonprojecten uit. Dit jaar was het de derde keer dat de
kerkleden in Afrika hun jaarlijkse ‘Mormoonse Helpende Handen’-dag
hadden. Dit keer was het thema ‘Hulp en troost bieden’. De vele
plannen werden die dag omgezet in daden door vrijwilligers die de
hele dag schilderden, schoonmaakten en plantten om objecten en
terreinen in hun gemeenschap schoner en aantrekkelijker te maken,
en — belangrijker nog — de omwonenden weer wat hoop te geven. Voor
veel Afrikaanse deelnemers begon de dag al lang voordat ze hun
hesje of t-shirt met het logo van ‘Mormoonse Helpende Handen’
aandeden. Velen van hen stonden al heel vroeg op om een bus te
pakken of een lange wandeling te ondernemen naar de locatie waaraan
ze waren toegewezen. De projecten in heel Afrika waren zo gepland
dat er hele families aan deel konden nemen. Het gevolg was dat
vrijwilligers van alle leeftijden de hele dag vuil opruimden,
gebouwen schoonmaakten en tuinen aanplantten. Hoewel de projecten
van land tot land verschilden, waren er gemeenschappelijke
elementen. Elk project vereiste betrokkenheid van de gemeenschap.
En elk project duurde minimaal drie uur. ‘We wilden iets doen dat
een grote uitwerking zou hebben op de gemeenschap en hun omgeving,’
aldus broeder Olukanni. ‘We zochten plekken die dringend schoner en
mooier gemaakt moesten worden.’ In Lagos (Nigeria) desinfecteerden
leden en zendelingen de muren van het plaatselijke ziekenhuis. In
Nigel (Zuid-Afrika) maakten jongeren speeltjes voor de kinderen in
een tehuis. Vrijwlligers repareerden de gebouwen van het tehuis,
maakten het terrein schoon en stortten beton. Vrijwilligers
spoelden de afvoeren door en maakten de buitenmuren schoon. Er
werden nieuwe strepen geschilderd op het parkeerterrein en er werd
afval opgeruimd. Een ander project in het westen van Afrika vond
plaats op het terrein van een weeshuis. Vrijwilligers ruimden er op
en maakten de hele dag schoon om het terrein veiliger te maken voor
de kinderen.
Het gebiedspresidium was al in maart begonnen om het plannen van de
projecten aan te moedigen. Daarbij werden ze ertoe aangezet om bij
elk project zo veel mogelijk plaatselijke overheidsfunctionarissen,
leiders van andere kerken en vertegenwoordigers van de media te
betrekken. De projecten werden zo gepland dat ze zo lang mogelijk
een gunstige uitwerking op de gemeenschap zouden hebben. In
Oeganda, Ethiopië, Tanzania, Madagascar, Lesotho, Zuid-Afrika en
Kenia werden de grootste projecten uitgevoerd. Voor sommige van die
projecten werden soms zo’n driehonderd mensen op één locatie
ingezet. Maar hoe groot of klein de projecten ook waren, ze
brachten allemaal iets goeds teweeg waar dat hard nodig was. In het
zuidwesten legden leden van de gemeenten Katutura en Windhoek samen
met omwonenden een grote moestuin aan die de bewoners van een
opvangcentrum voor kinderen met mentale handicaps van verse
groenten zal voorzien. De Central Methodist Church in het centrum
van Johannesburg (Zuid-Afrika) heeft een gebouw van zes
verdiepingen waar men dagelijks meer dan tweeduizend vluchtelingen
voedsel en onderdak biedt. Vrijwilligers uit drie wijken in
Johannesburg maakten het gebouw schoon en schilderden het. In
slechts enkele uren maakten vele handen licht werk. In Lesotho
werkten er meer dan honderd vrijwilligers op de kinderafdeling van
het St. Queen Elizabeth II hospital. Ze repareerden
speeltoestellen, schilderden de gang, maakten het terrein schoon,
plantten bloemen en repareerden een grote watertank. Jongevrouwen
doneerden 35 quilts en 25 sets met babybenodigdheden. En er werden
quilts, pasgeborenensets en dekens van LDS Charities aangeboden.
Hele families, inclusief hele kleine kinderen, hielpen mee. Leden
van de wijk Sandton in Johannesburg zaaiden akkers in voor een
weeshuis, Kya Sands Orphanage. De leden die aan de vele projecten
deelnamen, merkten dat ieder er baat bij had: de gemeenschap werd
geholpen met de projecten, de kerk kreeg er een betere reputatie
van, en de leden voelden het licht van het evangelie schijnen voor
hun landgenoten en kregen er een sterker getuigenis door.
Naar een artikel op ldschurchnews.com
Stijlgidsnotitie:Als u De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in een artikel noemt, gebruik dan bij de eerste vermelding alstublieft de volledig naam van de kerk. Voor meer informatie over het gebruik van de naam van de kerk, zie onze onlineStijlgids.