Duidelijke begrippen
Ik merk dat in de hele discussie een aantal begrippen door mekaar worden gebruikt. De Verlichting bijvoorbeeld is een stroming uit de 18de eeuw. Zij heeft ons het voordeel gebracht dat de rede moet zegevieren over pure dogma. Uit deze denkwijze is het secularisme voortgekomen.
In een seculiere staat er is een scheiding tussen Kerk en Staat. Dat betekent dat er geen verstrengeling mag zijn tussen religieus gezag en overheidsmacht. Dit betekent dat de staat tracht zich neutraal op te stellen tegenover alle religies, voor zover deze de burgerlijke wetgeving integraal erkennen en respecteren.
Of anders gezegd, de scheiding tussen kerk en staat betekent dat de overheid zich niet met de interne zaken van religieuze gemeenschappen mag bemoeien en dat (één) religie of levensovertuiging niet de openbare ruimte domineert. Het heeft in ons land nooit de betekenis gehad dat religies zich niet in de openbare ruimte zouden mogen manifesteren.
Als men dat laatste wel voorop stelt, dan spreken van laïcisme, zoals in Frankrijk. Het basisprincipe is nog steeds dat de kerk zich niet met de staat bemoeit, maar evenzeer omgekeerd. Tegelijk weert men religie uit het publieke domein, waarbij men bedoelt dat uitingen van geloof niet thuishoren in overheidsgebouwen en openbare scholen enz... Het beschouwt geloof als een privé zaak, maar stelt nergens dat men niet in het openbaar zijn geloof mag belijden.
Godsdienstvrijheid
Ik wil hier tegengas geven aan de diverse mensen die nu zelfs verder gaan dan wat het doel van laïcisme is en alle uitingen van geloof willen verdringen, niet enkel van het publieke domein maar van alle openbaar terrein. Men verandert de betekenis van "geloof is privé" naar "geloof mag enkel in privé".
Er is niks mis met religie binnen de normen die de Verlichting heeft voorop gesteld. Een religie mag inderdaad niet zich boven wetten stellen en mag de staat niet domineren. Maar een religie mag zeker bij monde van iedere gelovige burger een rol spelen in het publieke domein.
Er is niks mis met het feit dat iemand zijn mening baseert op zijn geloof. Een argument tegen bijvoorbeeld abortus op basis van geloof is evenwaardig aan eender welk argument, pro of contra. Het per definitie weren van zulke meningen is mijn inziens eerder het toegeven van het gebrek aan evenwaardig tegenargument, hoewel het eigenlijk simpel is. Tegenover "ik geloof" staat eenvoudig weg "ik geloof niet". Maar veel mensen staan momenteel zo ver van geloof dat zelfs een zin met het woord geloof in negatie al moeilijk wordt.
Want niet geloven is eigenlijk het zelfde als geloven. Kijk maar naar hoe hard atheïsten momenteel aan zendingswerk doen om iedereen te overtuigen dat niet geloven de beste keuze is. Hopelijk ontdekken zij de brandstapel niet als werktuig in hun bekeringsijver.
Bescherming voor iedereen, ook de ongelovigen
Er gaan al langer stemmen op om de vrijheid van godsdienst af te schaffen. Deze zou overbodig zijn als er vrijheid van vergadering en vrijheid van meningsuiting is. Wat er nu op enkele weken is verkondigd in de media, laat zien dat dit niet klopt. Religie heeft blijkbaar wel degelijk extra bescherming nodig. Al was het maar omdat de meeste krampachtige uitingen van anti-geloof ingegeven zijn door de vrees voor één religie die alles zou overheersen.
Ik denk echter dat wanneer men godsdienstvrijheid geen speciale bescherming meer gaat geven, men - en daarmee bedoel ik dan hen die nu net de godsdienstvrijheid aanvallen - er spijt van zal hebben omdat het nu net eens de beste bescherming zou kunnen zijn tegen de overheersing van één religie boven al de rest.
De seculiere wereldbeschouwing, het doorgedreven laïcisme, is de nieuwe norm. Alle andere wereldbeschouwingen mogen slechts bestaan voor zover zij de vanuit deze wereldbeschouwing geformuleerde normen niet schenden.
Dit staat haaks op wat in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens wordt omschreven als vrijheid van godsdienst. Die betekent dat iedereen zijn levensovertuiging kan beleven, uitdrukken en organiseren en vanuit deze overtuiging een bijdrage kan leveren aan de discussie over vragen die onze samenleving vorm geven.
Als we echt Verlicht zijn, dan sluiten we a priori geen meningen uit. We durven ze daarentegen in vraag stellen en er over te praten. Maar zolang geloof de vrijheid van anderen niet bedreigt, is er geen nood om de vrijheid van geloof te bedreigen.