Persbericht

Kerkleiders spreken het interreligieuze forum van de G20 in Italië toe

Ouderling Ronald A. Rasband spreekt over godsdienstvrijheid; zuster Eubank behandelt de invloed van honger op kinderarmoede

De organisatoren van het interreligieuze forum van de G20 (op 12 en 14 september in Italië gehouden) hadden leiders van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen uitgenodigd om godsdienstvrijheid en de gevolgen daarvan op minderheidsgodsdiensten te bespreken.

Interfaith forum 01
Interfaith forum 01
Ouderling Jack N. Gerard (midden), zuster Sharon Eubank (links), en ouderling Ronald A. Rasband (rechts), lopen naar een bijeenkomst tijdens het interreligieuze forum van de G20.2021 by Intellectual Reserve, Inc. All rights reserved.
Download Photo

En dat heeft ouderling Ronald A. Rasband van het Quorum der Twaalf Apostelen ook gedaan. In zijn toespraak op 13 september, tijdens de zitting over godsdienstvrijheid en minderheidsgodsdiensten, sprak de apostel ten overstaan van religieuze leiders uit de hele wereld over het begin van de kerk, toen zij zelf nog een minderheidsgodsdienst was. Van haar eenvoudige begin in de 19e eeuw in New York en haar roerige tijden in Ohio, Missouri en Illinois, is de kerk nu een wereldwijd kerkgenootschap met bijna 17 miljoen leden.

‘Wanneer godsdienst de vrijheid krijgt om te bloeien, verrichten gelovigen overal eenvoudige en soms heldhaftige daden van dienstbaarheid’, zei ouderling Rasband. ‘We staan zij aan zij in dienstbaarheid met velen van u.’

De apostel schetste de dienstverlening die de kerk tijdens de COVID-19-pandemie samen met anderen heeft verricht. In 2021 alleen al, zei hij, omvat dit bijdragen aan COVAX om bijna 1,5 miljard COVID-19-vaccins te verstrekken, 26 miljoen maaltijden aan hongerigen te verdelen en 294 dienstverleningsprojecten voor vluchtelingen in 50 landen op te zetten.

‘Ik hoop dat universele goedheid, ingegeven door geloofstradities, geëerd en bewonderd zal worden’, zei ouderling Rasband tegen de aanwezigen. ‘Mensen over de hele wereld worden gezegend wanneer wij anderen met levensreddende hulp opbeuren en bemoedigen. Mogen wij dankbaar zijn voor de kans om iets voor anderen te betekenen. Op die wijze vervullen en verspreiden wij de waarheid [dat] “God zijn kinderen in alle landen van de wereld liefheeft” – zelfs de kleinste minderheden onder ons.’

Later op de dag had ouderling Rasband een ontmoeting met Zijne Alheiligheid Oecumenisch Patriarch Bartholomeus van de Grieks-orthodoxe kerk. Het was de eerste keer dat een apostel van de Kerk van Jezus Christus een onderhoud met de Grieks-orthodoxe leider had.

Interfaith forum 02
Interfaith forum 02
Ouderling Ronald A. Rasband (links) praat met Zijne Alheiligheid Oecumenisch Patriarch Bartholomeus van de Grieks-orthodoxe kerk op het interreligieuze forum van de G20.2021 by Intellectual Reserve, Inc. All rights reserved.
Download Photo

‘Het was een geweldig gesprek’, zei ouderling Rasband. ‘Hij sprak de wens uit dat onze twee geloofsrichtingen goede betrekkingen zullen onderhouden. En hij hoopt dat er in de toekomst nog veel meer mogelijkheden voor samenwerking en betrokkenheid zullen zijn.’

Ouderling Rasband en degenen die hem vergezelden (ouderling Jack N. Gerard van de Zeventig en zuster Sharon Eubank, eerste raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium) spraken tijdens het driedaagse forum met vele andere godsdienstige en politieke leiders uit andere landen. Lees hieronder meer over enkele van deze gesprekken.

Godsdienstvrijheid en het belang van relaties

In zijn toespraak besprak ouderling Rasband twee leringen van Joseph Smith die de sleutelrol van godsdienstvrijheid in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen onderstrepen.

De eerste is in de geloofsartikelen van de kerk vastgelegd en luidt: ‘Wij eisen het goed recht de almachtige God te aanbidden volgens de stem van ons eigen geweten, en kennen alle mensen hetzelfde goed recht toe: laat hen aanbidden hoe, waar of wat zij willen.’

De tweede is een opmerking van de profeet uit 1843:

‘Als het is aangetoond dat ik bereid ben voor een [heilige der laatste dagen] te sterven, dan ben ik stoutmoedig genoeg om voor de hemel te verklaren dat ik net zo bereid ben te sterven om de rechten van een presbyteriaan, een baptist of een goed mens van een andere geloofsrichting te verdedigen. Want hetzelfde beginsel dat de rechten van de heiligen zou vertrappen, zou ook de rechten van de rooms-katholieken vertrappen, of van een andere denominatie die impopulair of te zwak is om zichzelf te verdedigen. Mijn ziel wordt door vrijheidsliefde bezield – burgerlijke en religieuze vrijheid voor de gehele mensheid.’

‘Godsdienstvrijheid wordt bijzonder serieus genomen, zelfs in de hoogste raden van de kerk van de Heer’, zei ouderling Rasband in een interview met Newsroom. ‘Wij kunnen nu meer dan één stem zijn, de katholieken kunnen meer dan één stem zijn, en de Grieks-orthodoxen kunnen meer dan één stem zijn. En in plaats van solisten in verschillende delen van de wereld te zijn, kunnen we een koor zijn, en kunnen we de verschillen in onze overtuigingen opzij zetten. En die verschillen zijn er natuurlijk. Maar over sommige dingen zijn we het volledig eens, en daar gaan we ons samen met anderen op richten.’

De bijeenkomst waarin ouderling Rasband sprak, ging ook over andere onderwerpen die op minderheidsgodsdiensten van invloed zijn, zoals de noodzaak van bescherming tegen haatdragende taal en onverdraagzaamheid.

Ouderling Gerard vertelde de media van de kerk dat het ontwikkelen van relaties met mensen die anders zijn, essentieel is voor het creëren van een vruchtbare voedingsbodem voor wederzijds respect.

‘Relaties leiden tot wederzijds begrip’, zei ouderling Gerard. ‘We moeten uitstijgen boven de polarisatie die we tegenwoordig in de wereld zien. En wij moeten het voortouw nemen om onze eigen leden eraan te herinneren dat zij in hun geloofstradities door hun voorbeeld aan de wereld moeten tonen dat de Heiland een groot geneesheer was. Hij bracht ons samen en spoorde mensen aan elkaar niet te veroordelen, maar gematigd te zijn, gemeten in de wijze waarop wij elkaar beschouwen. We kunnen samenkomen en uitstijgen boven een deel van [wat] de moderne technologie toestaat, en dan zal ons leven erop verbeteren, nadat we werkelijk het hart en de ziel van de hele mensheid hebben geheeld, ongeacht hun geloofstraditie of een gebrek daaraan.’

Ouderling Rasband zei dat hij optimistisch over de toekomst van de mensheid is omdat ‘genezing kan plaatsvinden als mensen zich verootmoedigen en [God] benaderen. God de Vader is de Vader van ons allen, en Jezus Christus, zijn Zoon, is zoals wij Hem kennen.’

Het interreligieuze forum van de G20, dat dit jaar onder meer werd bijgewoond door paus Franciscus en anderen uit de hele wereld, is een jaarlijks evenement dat voorafgaat aan de grote G20-top. Dit jaar zal die topbijeenkomst op 30 en 31 oktober in Rome worden gehouden. De G20 bestaat uit de landen die de 20 grootste economieën ter wereld vertegenwoordigen.

Hoe Latter-day Saint Charities honger en ondervoeding aanpakt

Zuster Eubank, die ook presidente van Latter-day Saint Charities is, sprak op dinsdag 14 september over de invloed van honger en ondervoeding op kinderarmoede.

De honger in de wereld is sinds 2014 toegenomen, zei ze, en COVID-19 heeft het probleem verergerd. In 2019 leden 135 miljoen mensen honger. Nu is dat aantal volgens haar tot 272 miljoen opgelopen – met nog eens 9,3 miljoen kinderen die tegen 2022 waarschijnlijk een afnemende spiermassa zullen hebben.

Latter-day Saint Charities en veel andere organisaties kunnen voedsel aan mensen in nood uitdelen. Maar volgens zuster Eubank is het belangrijker om de hulpbronnen op voedselproductie en -verwerking te concentreren.

Interfaith forum 03
Interfaith forum 03
Ouderling Ronald A. Rasband (midden), zuster Sharon Eubank (links) en ouderling Jack N. Gerard (rechts) hebben tijdens het interreligieuze forum van de G20 een onderhoud met Audrey Kitagawa, voorzitster en oprichtster van de International Academy for Multicultural Cooperation.2021 by Intellectual Reserve, Inc. All rights reserved.
Download Photo

‘Het is veel ingewikkelder om de cultuur rond voedsel, eetgewoonten, voedingsleer en landbouw te veranderen’, zei ze. ‘Verandering kan uiteindelijk alleen door persoonlijke vertrouwensrelaties tot stand worden gebracht. […] De aanpak die we vroeger hebben gehanteerd, werkt niet altijd. Net als extreme weersomstandigheden worden crisissituaties steeds groter en langduriger, en die kunnen alleen gezamenlijk worden aangepakt.’

Zij wees erop dat de kerk het Wereldvoedselprogramma (WFP) van financiële middelen heeft voorzien om tijdens de pandemie levensnoodzakelijke voorraden te verdelen.

‘[Het WFP heeft] drie wereldwijde en vijf regionale verdeelcentra. De afgelopen maanden is er ruim 45.000 kilo aan medische voorraden en voedsel via deze verdeelcentra vervoerd’, zei zuster Eubank. ‘Dat is essentieel omdat de toeleveringsketens over de hele wereld door de pandemie in ongeziene mate zijn verstoord. [Dat] netwerk kan door vele humanitaire organisaties worden gebruikt. De efficiëntie wordt verhoogd, duplicatie wordt verminderd, reactietijden worden versneld en de nadruk wordt op plaatselijke aankopen gelegd, waardoor gemeenschappen worden versterkt.’

Zuster Eubank zei dat Latter-day Saint Charities ook heeft samengewerkt met International Development Enterprises (iDE) om vrouwen te helpen een belangrijke rol in de landbouw te spelen. Vrouwen worden in contact gebracht met betaalbare zaadleveranciers en stabiele markten, zodat zij hun moestuinen kunnen verbeteren en hun inkomen kunnen verhogen. Toen de pandemie uitbrak, werden de vrouwen door ambtenaren van het Zambiaanse Ministerie van Volksgezondheid opgeleid om hun agrarische klanten bewust te maken van COVID-19 en hoe de verspreiding ervan te voorkomen.

Bovendien is Latter-day Saint Charities begonnen met het ondersteunen van gemeenschapsactiecomités in enkele van de gebieden waar ondervoeding het meest voorkomt. In Frankrijk en de Filipijnen bijvoorbeeld hebben deze raden succes doordat ze eenvoudige, plaatselijk ontwikkelde gezondheids- en voedingslessen met ouders doornemen, zei zuster Eubank. Zij helpen gezinnen ook met het aanleggen van moestuinen of het houden van kleine dieren om de voeding aan te vullen.

‘Gezinnen worden weerbaarder door kennis’, zei zuster Eubank. ‘Het gaat voornamelijk om goedkope, eenvoudige technieken die veel winst opleveren.’

Met geestelijke leiders uit de hele wereld vriendschap sluiten

Naast het onderhoud met Zijne Alheiligheid Oecumenisch Patriarch Bartholomeus, hebben ouderling Rasband, ouderling Gerard en zuster Eubank gedurende het forum met vele religieuze leiders uit andere landen gesproken.

Op zaterdag spraken ze met Haji Allahshukur Hummat Pashazade, sjeik ul-Islam en grootmoefti van de Kaukasus.

‘Het was een geweldige gelegenheid om hen te ontmoeten en vriendschap met ze te sluiten’, zei ouderling Rasband. ‘Er wonen leden van de kerk in hun land. Hun allereerste opmerking vandaag [tijdens het G20-forum] was een uitnodiging aan leiders van onze kerk om naar hun hoofdstad te komen en een bezoek te brengen aan hun president en hun religieuze leiders.’

We hebben uitnodigingen om elkaar te bezoeken uitgewisseld, voegde ouderling Rasband eraan toe. Hij merkte op dat enkele Azerbeidzjaanse leiders Salt Lake City reeds hebben bezocht en daar positieve ervaringen hebben opgedaan.

Op zondag hadden de kerkleiders een onderhoud met Nasr-Eddin Mofarih, de Soedanese minister van godsdienstzaken.

Mofarih is geen vreemde voor de kerk. In mei 2021 bezocht hij kerkpresident Russell M. Nelson op Temple Square in Salt Lake City. En in maart 2020 ontving hij ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen in Soedan.

Mofarih zei dat Latter-day Saint Charities en de Soedanese regering aan verschillende humanitaire projecten samenwerken. Hiertoe behoren nierdialysecentra, rolstoelinitiatieven, neonatale zorg en zelfredzaamheidsprojecten waarmee studenten onderwijs aan de Brigham Young University kunnen volgen.

‘Er zijn veel belangrijke overeenkomsten tussen de islam en de Kerk van Jezus Christus ten aanzien van hun diepe geloof in God en het belang van het gezin in de kerk’, zei Mofarih. ‘Zij distantiëren zich van immoreel gedrag en moedigen mensen aan om eerlijk en humaan te zijn. En dat is waartoe de islam ons uitnodigt. [Het] zijn de belangrijke normen en waarden die de boodschappers en profeten hebben verkondigd. We hebben dezelfde doelen.’

De kerkleiders hadden ook vruchtbare gesprekken met de katholieke hulpbisschop van Bagdad, bisschop Robert Jarjis; met Tiguhan Tagay Tadele, secretaris-generaal van de interreligieuze raad van Ethiopië; en diens adjunct-secretaris, Messaud Adem.

Tijdens het onderhoud met de Ethiopische delegatie werd onder meer besproken hoe de kerk Ethiopië noodhulp kan blijven bieden. De kerk heeft een speciale band met het land: op 27 januari 1985 hebben heiligen der laatste dagen over de hele wereld gevast en geld ingezameld om slachtoffers van de hongersnood in Ethiopië te helpen. Dat was het begin van wat nu Latter-day Saint Charities wordt genoemd.

‘Dit zijn echte vrienden’, zei ouderling Gerard over de Ethiopische delegatie. ‘Ze kenden ons vrij goed, net als de anderen. Ze hebben een hoge dunk van de kerk. […] Ze nodigen ons niet alleen naar hun land uit om aan humanitaire inspanningen verder te werken, zoals we daar doen, maar ook om verder te bouwen aan een echte relatie van vertrouwen en wederzijds begrip.’

Stijlgidsnotitie:Als u De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in een artikel noemt, gebruik dan bij de eerste vermelding alstublieft de volledig naam van de kerk. Voor meer informatie over het gebruik van de naam van de kerk, zie onze onlineStijlgids.