Ten noorden van Skopje ligt hoog in de Balkanheuvels het dorpje Kočani. Sinds de jaren 1940 gaan de dorpskinderen hier naar een kleine basisschool. De zes lokalen werden met houtkachels verwarmd, die iedere ochtend door de conciërge werden aangestoken. In de loop van de tijd werden de muren en het plafond zwart van het roet en hing er iedere dag een rookwalm in de lokalen.
Het schoolgebouw zelf had ook zijn beste tijd gehad en had gevaarlijke scheuren in de fundering. Het pleisterwerk op de muur was zowel aan de binnenkant als de buitenkant beschadigd en begon los te laten. Er moest veel werk worden verricht om ervoor te zorgen dat de kinderen iedere dag veilig naar school konden gaan.
Ouderling en zuster Stringham, zendelingen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, merkten de ongezonde situatie op en benaderden de directeur met de vraag wat er gedaan moest worden. Hij vroeg nederig: ‘Zou u ons kunnen helpen met de klaslokalen schilderen om het roet weg te krijgen?’ De zendelingen antwoordden: ‘Dat kunnen we doen, maar zou het niet beter zijn om de oude houtkachels te vervangen?’
Met een hoopvolle blik vroeg hij: ‘Zou dat kunnen?’
Toen zagen de zendelingen door het raam een klein hutje onderaan de heuvel. Ze vroegen of dat het toilet was. Ze liepen een modderig pad af om de staat van de toiletten te inspecteren – twee gaten in de grond en geen stromend water om handen te wassen.
De zendelingen besloten samen met de plaatselijke families iets voor de schoolgaande kinderen te doen. Wat begon als een klein project met een likje verf en nieuwe klimaatbeheersingssystemen, werd uiteindelijk een wonder voor het dorp.
De familieleden van de kinderen kwamen helpen. Toen de burgemeester hoorde wat er op de school gaande was, zorgde hij dat er extra budget kwam voor de projecten. Hij en het hele dorp gingen gedreven aan de slag om van de school een veilige, gezellige leeromgeving voor de kinderen te maken.
Met donaties van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen vervingen de zendelingen de houtkachels door klimaatbeheersingssystemen en schilderden ze de klaslokalen.
Toen gingen ze aan de slag met nieuwe toiletten. Plaatselijke bouwvakkers kwamen helpen en doneerden tijd, arbeid en materialen. De houtopslagruimte werd verbouwd tot toiletruimte met stromend water en echte toiletten. De trappen, trottoirs en pilaren werden met beton gerepareerd. Het hele schoolgebouw werd opnieuw gepleisterd en de buitenkant werd geschilderd. Hekken werden gerepareerd. Ook werd er een nieuwe betonnen keermuur geplaatst om de speeltuin, die zich op een helling bevindt, op te hogen en veiliger te maken.
Een leerling vertelde dat hij zijn verjaardagsgeld had gegeven voor de reparaties aan zijn school. De tijd, arbeid, materialen, het eten en al het andere dat gul werd gedoneerd, ging ieders verwachting te boven.
Heel het dorp kwam de grote heropening vieren. De imam van de moskee in de buurt sprak zijn zegen uit. De kinderen zongen en dansten terwijl een muzikant op een çifteli, een traditioneel tweesnarig instrument, speelde. Ook werden er toespraken gehouden waarin mensen hun dank uitten.
De burgemeester sprak tot de dorpelingen: ‘Vandaag willen we laten zien dat er zoveel goeds tot stand kan worden gebracht, maar alleen als we zonder eigen belang voor een vreedzaam doel samenwerken. Deze school zal deze dag nooit vergeten.’ Hij bedankte de zendelingen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen voor hun bijdragen.
Naderhand kwamen de zendelingen tijdens een vergadering met de plaatselijke organisaties die bij dit schoolproject waren betrokken erachter dat er meer dan het dubbele van de bijdrage van de kerk aan geld en arbeid was gedoneerd.